We dronken tijdens de podcast een mousserende wijn van het huis Saint Clair, vernoemd naar de Schot James Sinclair. Hij was de stichter van het stadje Blenheim, gelegen in de regio Marlborough in het noorden van het Zuidereiland.
Vanwege het koele klimaat en de bodemtypen is deze streek ideaal om mousserende wijn te produceren. De bubbels worden gemaakt van de druiven pinot noir en chardonnay, maar ook wel van sauvignon blanc. En die laatste hebben we gedronken.
De sauvignon blanc druiven wordt na de oogst geperst, waarbij contact met de schilletjes zoveel als mogelijk wordt vermeden. Het sap wordt op een lage temperatuur vergist in RVS-tanks om de frisheid te behouden. Vervolgens wordt er onder druk koolzuur in de wijn gespoten. Net als dat bij limonade gebeurt. Denk aan Coca Cola, Sinas en 7 Up.
Deze inspuitmethode wordt gazéifié genoemd. De bubbels zijn dus niet het gevolg van een tweede vergisting op de tank of de fles. Sterker, er vindt helemaal geen tweede vergisting plaats. Dit is veruit de goedkoopste manier om mousserende wijn te maken en wordt gekenmerkt door een hardere en grotere bubbel. Toch blijven de fruitige tonen van de druif behouden.
De kleur van de wijn is citroengeel. We ruiken tonen van grapefruit, passievrucht, nectarine en citrus. In de mond heeft de wijn een levendige bubbel met herkenbare tonen van tropisch fruit en subtiel kalkachtige, minerale tonen, lezen we dan. Ik zou zeggen oordeel zelf.
De bubbel wordt vaak als aperitief gedronken en gaat goed bij sushi en spicy Aziatische gerechten.